Informatiedeling kan levens redden

In Column, Nieuws by

Het wordt tijd om het hiaat tussen privacy- en burgerbescherming te dichten

Door: Jos Kuppens

Vrijdag 22 januari 2021 werd bekend dat de Sudanese statushouder Ayoub Y. tbs met dwangverpleging heeft gekregen voor het doodsteken van de 18-jarige Rik van de Rakt, vorig jaar in Oss. De rechtbank oordeelde dat de man volledig ontoerekeningsvatbaar was en in een psychose verkeerde.

Fouten

Het wrange is, dat uit een onderzoek naar de steekpartij blijkt dat instanties die betrokken waren bij de begeleiding en huisvesting van de verdachte fouten hebben gemaakt. Zo werd informatie niet goed gedeeld en werkten instanties niet goed samen. De voor de begeleiding verantwoordelijke gemeente had volgens het onderzoek te weinig informatie om een goede inschatting te maken wat er aan hulpverlening en huisvesting nodig was voor deze man. De privacyregels vormden het obstakel, waardoor er geen inzage in het medisch dossier was en de gemeente ook verstoken bleef van informatie vanuit het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en het betreffende asielzoekerscentrum.

Onderzoek van Bureau Beke

Vorig jaar heeft Bureau Beke een onderzoek naar de in- en doorstroom van nieuwkomers (asielzoekers en statushouders) in Nederland afgerond. Ook uit dat onderzoek blijkt dat er het nodige misgaat in de communicatie tussen het COA, de gemeenten waar een statushouder gehuisvest wordt en de politie. In het onderzoek worden onder andere de volgende aandachtspunten genoemd:

  • De politie en gemeenten missen soms de juiste kennis en handvatten, met name over specifieke asielgroepen.
  • Vanwege de nieuwe privacywetgeving vindt in het algemeen geen of onvoldoende informatie-uitwisseling plaats tussen de politie en het COA, hetgeen het werk van de politie bemoeilijkt.
COA teruggefloten

Juist in dezelfde week van de veroordeling van Ayoub Y. bleek dat COA onrechtmatig gegevens deelde met de politie. Het ging om persoonlijke gegevens van honderdduizenden asielzoekers over godsdienst, etniciteit, naam, leeftijd en land van herkomst. Juristen hadden aangegeven dat het delen van dergelijke gegevens in strijd is met de privacywet en kan bijdragen aan de criminalisering van een groep onschuldige asielzoekers.

Precair evenwicht

Al jaren is sprake van een dilemma: in hoeverre wordt informatie gedeeld over mogelijk overlastgevende personen die een gevaar voor zichzelf kunnen zijn, maar ook voor burgers. De casus van Ayoub Y. staat niet op zichzelf; in meerdere onderzoeken van Bureau Beke naar overlast en verwarde personen geven respondenten aan dat er sprake is van het zoeken naar een precair evenwicht. Het gaat dan om een keus tussen het beschermen van de burger versus het beschermen van de privacy van een potentiële overlastgever. De discussie hierover is alleen nog niet beslecht, maar wordt versterkt door nog strengere privacywetgeving.

Denken in mogelijkheden

Een korte uitvraag onder medewerkers in de GGZ en de forensische zorg leert dat er misschien mogelijkheden zijn om tegemoet te komen aan beide visies. Dit zou kunnen door informatie te delen over het gedrag van personen, op grond van een gevalideerd meetinstrument. Zo meet een item in de zogenaamde Health of the Nation Outcome Scales (HoNOS) hyperactief, agressief, destructief of geagiteerd gedrag, ongeacht de oorzaak (drugs, alcohol, dementie, psychose, depressie, et cetera). Dit resulteert in een uitkomst op een vijfpuntsschaal van 0 (‘geen problemen van deze aard gedurende de afgelopen periode’) tot en met 4 (‘minstens één ernstige fysieke aanval op mens of dier; vernielen van eigendommen; ernstige intimidatie of aanstootgevend gedrag’).

Het delen van een bepaalde score zou dan kunnen leiden tot aanvullende acties of alertheid. Dit vereist mogelijk ook een meer reële blik van instanties om verwarde personen niet alleen te zien als personen die hulp nodig hebben, maar ook als personen die bij een onwetende burger schade kunnen berokkenen.

In ieder geval zou het de moeite waard zijn om met een aantal partijen om de tafel te gaan zitten en te bekijken welke mogelijkheden er voor de toekomst zijn, zonder op voorhand te denken in privacyrechtelijke restricties. Mogelijk kunnen dergelijke dodelijke incidenten op deze manier in de toekomst voorkomen worden.