Het Ministerie van Justitie en Veiligheid is bezig om de aanpak van het crimineel gebruik van huurmotorvoertuigen te versterken. In het kader van dit voornemen heeft het ministerie Bureau Beke gevraagd te onderzoeken hoe andere EU-lidstaten met deze problematiek omgaan en op te tekenen welke oplossingsrichtingen interessant zijn voor de Nederlandse aanpak.
Het (boven)lokale netwerk in Paddepoel ontleed
Bureau Beke deed onderzoek naar hoe jongeren uit de Groningse wijk Paddepoel zich verhouden tot de (boven)lokale criminele structuren. Op basis van een analyse worden voorstellen gedaan voor een gerichte en concrete aanpak van personen, groepen en fenomenen. Een aanpak die loopt van vroegsignalering tot repressie.
Less than lethal weapons voor de Mobiele Eenheid onderzocht
In 2018 concludeerde de Politieacademie dat de voordelen van de inzet van niet-penetrerende projectielen (less than lethal weapons) niet opwegen tegen de nadelen. Na de rellen in november 2021 waar leden van de ME zich gedwongen voelden om gebruik te maken van hun vuurwapen is aan Bureau Beke en de Vrije Universiteit gevraagd om een onderzoek uit te voeren. Centrale vraag was of er veranderde omstandigheden zijn ten opzichte van 2018 om nu eventueel wel over te gaan tot de introductie van dergelijke wapens.
Misdadige invloed
De gemeente Arnhem wil de komende jaren op diverse manieren de strijd aangaan met de drugscriminaliteit in de stad. Een van de onderdelen van het meerjarenprogramma is de preventieve, proactieve en repressieve aanpak van jongeren in de drugscriminaliteit in drie wijken in Arnhem-Oost. In dit rapport wordt verslag gedaan van een onderzoek naar de invloed van criminele fluïde netwerken op de jeugd in deze wijken.
Beelden van burgers over bejegening door de politie
In opdracht van de lokale driehoek in Rotterdam voerden wij voor een tweede keer een onderzoek uit naar beelden die bij de Rotterdamse burger bestaan over politieoptreden. Het gaat dan om politieoptreden in het algemeen, eigen ervaringen met de politie en ervaren discriminatie door de politie. Doordat gebruik wordt gemaakt van dezelfde methodiek van het bevragen van Rotterdamse burgers zijn de ontwikkelingen in meningen van burgers tussen 2017 en 2022 goed naast elkaar te zetten.
Jongeren en georganiseerde drugscriminaliteit in de regio Den Haag
Dit onderzoek gaat na in hoeverre jongeren in de Regionale Eenheid Den Haag bij de drugscriminaliteit betrokken zijn, wat de voedingsbodems daarvoor zijn en welke (preventieve) maatregelen mogelijk zijn om te voorkomen dat jongeren te maken krijgen met de drugshandel.
Do or don’t
In opdracht van het WODC voerden wij een zogenaamde ‘kennissynthese’ uit naar de huidige inzichten rondom ingroeimechanismen en rekruteringsprocessen van jongeren in de georganiseerde criminaliteit. Deze kennissynthese levert een overzicht van risicofactoren en beschermende factoren op, zowel in het algemeen als specifiek voor jongeren. Verder worden handvatten voor de praktijk gegeven waarop in de aanpak van georganiseerde criminaliteit gefocust kan worden.
Beïnvloed geweld
Bij veel geweldsincidenten speelt alcohol- of drugsgebruik een rol. In 2017 is de Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) in werking getreden. Om te bepalen wat de achtergrond, de doelen, de beoogde werkzame bestanddelen en de beoogde effecten van de WMG zijn, hebben wij voor het WODC een plan- en procesevaluatie. De plan- en procesevaluatie gelden als input voor een eventuele effectevaluatie.
Fatale politie-incidenten
In opdracht van de Politie en Rijksrecherche deden wij onderzoek naar de achtergronden en kenmerken van de slachtoffers die binnen de context van een optreden van de politie zijn overleden. Te denken valt aan een overlijden bij bijvoorbeeld een aanhouding, na een achtervolging of in een politiecel. Wij analyseerden alle door de Rijksrecherche afgesloten zaken met betrekking tot fatale incidenten in de periode 2016-2020.
Grenzeloos!?
Transnationaal seksueel kindermisbruik is een fenomeen waar tot op heden weinig over bekend is in de wetenschappelijke literatuur. Dit rapport geeft hierin inzicht als het gaat om plegerprofielen, modus operandi, slachtofferprofielen en bestemmingslanden. Het rapport richt zich vervolgens voor het grootste deel op het instrumentarium om transnationaal seksueel kindermisbruik tegen te gaan.