Werkzame bestanddelen van ouderbetrokkenheid voor interventies in het forensische jeugdzorgveld
Het betrekken van ouders is cruciaal om crimineel gedrag van jongeren te beïnvloeden. Ouderbetrokkenheid is een onderdeel binnen verschillende (buiten)strafrechtelijke interventies gericht op jongeren. Op welke manier ouders effectief betrokken kunnen worden is echter onvoldoende bekend. Bureau Beke onderzocht hetgeen in wetenschappelijke literatuur bekend is over (werkzame) bestanddelen van ouderbetrokkenheid bij interventies gericht op strafbaar gedrag van jongeren van 12 tot en met 23 jaar. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van KFZ-J.
Over het onderzoek
Het doel van dit onderzoek is om een wetenschappelijke basis te leggen voor het brede forensische jeugdzorgveld en om ouderbetrokkenheid in interventies te optimaliseren. Om dit thema zo goed mogelijk voor het voetlicht te krijgen, zijn de onderzoeksbevindingen uitgewerkt in drie producten. Naast een uitgebreid onderzoeksrapport zijn de bevindingen in beknopte vorm weergegeven in de Kenniskaart Ouderbetrokkenheid. Deze kan gebruikt worden om met stakeholders in het forensische jeugdzorgveld te reflecteren op de huidige en in de toekomst wenselijke invulling van ouderbetrokkenheid in (buiten)strafrechtelijke interventies. Daarnaast is een informatievideo geproduceerd, waarin de bestanddelen van ouderbetrokkenheid in samenvattende vorm worden toegelicht. U kunt het rapport, de kenniskaart en de informatievideo hieronder of op de website van KFZ-J downloaden.
Ter beantwoording van de onderzoeksvragen hebben de onderzoekers een systematisch literatuuronderzoek uitgevoerd. Van de 2.610 unieke artikelen die via online databases en een Call for Papers werden verkregen, voldeden 60 artikelen aan de inclusiecriteria. Hieruit is een breed scala aan bestanddelen te herleiden.
Resultaten
Uit de onderzoeksbevindingen komt naar voren dat interventiemedewerkers ouderbetrokkenheid tijdens drie verschillende interventiefases (kunnen) bevorderen: de voorbereidingsfase, de planfase en de uitvoeringsfase. Verder kunnen zij ouders betrekken tijdens contactmomenten buiten de interventiesessies om, bijvoorbeeld door hen telefonisch op de hoogte te houden van de voortgang van het traject. Voorafgaand aan elke fase moet een interventiemedewerker (gezins)factoren in kaart brengen die de interventie kunnen belemmeren (of versterken). Op basis van deze informatie volgt een besluit over het al dan niet (en in welke vorm) betrekken van de ouders bij de plan- en/of uitvoeringsfase van de interventie.
Op basis van het onderzoek kan worden geconcludeerd dat een eenduidige definitie van ouderbetrokkenheid in (buiten)strafrechtelijke interventies niet bestaat. Laat staan wat in (buiten)strafrechtelijke interventies minimaal door te voeren bestanddelen zijn. De geanalyseerde artikelen bespreken hoofdzakelijk de procesmatige kant van ouderbetrokkenheid en bevatten geen effectstudies die de werkzaamheid van specifieke bestanddelen aantonen. Een enkel artikel beschrijft een op theorie gebaseerd bestanddeel. Toekomstige plan-, proces- en effectevaluaties van (buiten)strafrechtelijke interventies dienen daarom helderheid te verschaffen a) over de mate waarin bestanddelen van ouderbetrokkenheid in interventies verweven zijn, b) of deze bestanddelen op de juiste wijze uitgevoerd (kunnen) worden binnen de interventies en c) in hoeverre deze bestanddelen daadwerkelijk bijdragen aan gestelde interventiedoelen.
Realisatie: Bureau Beke, voice-over: Imke Renee Slump.
Opdrachtgever
KFZ-J
Projectteam
Marjolein Nillessen, Jos Kuppens, Marcel Grotens en Christa Dinnissen
Uitgave
Bureau Beke en KFZ-J, 2025
Download
Eindrapport
Kenniskaart ouderbetrokkenheid
Informatievideo Ouderbetrokkenheid: wat werkt?