Een verkennend onderzoek naar het instrumentarium in relatie tot (veroordeelde) plegers van transnationaal seksueel kindermisbruik
Transnationaal seksueel kindermisbruik is een fenomeen waar tot op heden weinig over bekend is in de wetenschappelijke literatuur. Dit rapport geeft hierin inzicht als het gaat om plegerprofielen, modus operandi, slachtofferprofielen en bestemmingslanden. Het rapport richt zich vervolgens voor het grootste deel op het instrumentarium om transnationaal seksueel kindermisbruik tegen te gaan. Hiervoor wordt het instrumentarium in Nederland in kaart gebracht, evenals dat naar het instrumentarium in vijf andere landen (Zweden, Duitsland, Ierland, Australië en de Verenigde Staten) wordt gekeken om te bezien of dit in Nederland van toegevoegde waarde zou kunnen zijn. Het onderzoek is in opdracht van het WODC, op verzoek van de Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding, uitgevoerd door Bureau Beke en Ecorys.
In opdracht van
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) op verzoek van Directie Rechtshandhaving en Criminaliteitsbestrijding
Auteurs
Bureau Beke: Joey Wolsink, Hester de Boer en Anton van Wijk
Ecorys: Linette de Swart en Gabriëlle op ’t Hoog
Uitgave
Bekereeks, 2021
978-94-92255-52-5
Downloaden
Grenzeloos!?
Samenvatting
Summary
Beleidsreactie Minister van Justitie en Veiligheid