Een plan-, proces- en effectevaluatie van een ziekenhuisinterventie
Nederlandse ziekenhuizen nemen ieder jaar honderden individuen met spoed op vanwege verwondingen door geweld. Het gaat dan bijvoorbeeld om een steek- of schotwond. Zij kunnen hier op korte, maar ook op lange termijn nadelige gevolgen van ondervinden. Overmatig alcohol- en/of drugsgebruik, angsten, depressie, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en een toenemend onveiligheidsgevoel kunnen het gevolg zijn. Een persoon kan ook wraak nemen op wie hem of haar verwond heeft. In dat geval spreken we van ‘’dader-slachtoffer overlap’’. Wat verder relatief vaak voorkomt, is dat een slachtoffer binnen een paar jaar opnieuw gewond raken door geweld of hier zelfs aan overlijdt.
Om de genoemde nadelige gevolgen te voorkomen, heeft de werkgroep Crashmoment benutten een samenwerkingsprotocol ontwikkeld. Hierdoor kunnen jongeren tot en met 23 jaar, die door steek- of schotwonden met spoed worden opgenomen, in het ziekenhuis deelnemen aan een nazorgtraject. Deze interventie gaat in de vorm van een pilot in een aantal grote steden getest worden.
In opdracht van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) onderzoekt Bureau Beke de interventie. Het onderzoek moet duidelijk maken wat de planmatige basis is voor de interventie, op welke manier hier uitvoering aan wordt gegeven en wat de effecten ervan zijn.
Tijdens dit onderzoek worden meerdere onderzoeksactiviteiten uitgevoerd. Voor de planevaluatie gaan we in gesprek met de werkgroep Crashmoment benutten en doen we een benchmarkonderzoek naar soortgelijke interventies. Tijdens de procesevaluatie gaan we op twee momenten in gesprek met een divers palet aan professionals. Zij hebben allen een rol in de uitvoering van de interventie. Om de effecten van de interventie in kaart te brengen, zetten we op meerdere momenten een survey uit onder deelnemers, gaan we met hen in gesprek en gaan ook opnieuw in gesprek met professionals.
Opdrachtgever
Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
Projectteam
Joey Wolsink, Jos Kuppens, Djara Schraven en Juno van Esseveldt
