De laatste jaren verschijnen er nieuwe groepen demonstranten in het publieke domein, die hun rechten opeisen en ongenoegen ventileren. Te denken valt aan actievoerende boeren, aan jongeren die opkomen voor klimaat en milieu, aan groeperingen en burgers die tegen de coronamaatregelen zijn, maar ook aan voor- en tegenstanders van Zwarte Piet en Black Lives Matter. Deze groepen zijn meer divers dan voorheen en beschikken ook over meer uiteenlopende innovatieve strategieën en middelen dan we eerder zagen. Daarnaast treedt er tijdens demonstraties soms vermenging op met bekende groepen relschoppers zoals voetbalhooligans en links- en rechtsactivisten.
Uit oriënterende gesprekken met leden van de Mobiele Eenheid (ME) die wij voerden, kwam naar voren dat het huidige middel ME en de wijze waarop het openbaar bestuur dat middel inzet niet altijd goed lijken te passen bij de nieuwe groepen demonstranten én dat de inzet op deze demonstranten bij de betrokken ME’ers tot persoonlijke worstelingen kan leiden. Daarnaast leidt het delen en framen van beeldmateriaal van het ME-optreden tot complexe discussies die de legitimiteit van de politie als voorpost van de overheid lijken te ondergraven.
Wat en hoe?
Op basis van het voorgaande is de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: Wat zijn recente ontwikkelingen in demonstraties en grootschalige ordeverstoringen, welke (nieuwe) groepen demonstranten en ordeverstoorders zijn daarbij te onderscheiden, wat betekent dit voor de politie en het bevoegd gezag en hoe kan hier in de toekomst succesvol op worden geanticipeerd en in worden opgetreden? Om deze vraag te beantwoorden worden diverse onderzoeksmethoden ingezet. Te denken valt aan deskresearch, (groeps-) interviews met onder andere demonstranten, politiefunctionarissen en bestuurders, participerende observatie tijdens ME-inzetten, profielanalyse van aangehouden verdachten, casusreconstructie en focusgroepen.
Opdrachtgever
Programma Politie en Wetenschap
Projectteam
Henk Ferwerda, Joey Wolsink, Emma Derksen, Emily Berger en Juno van Esseveldt (Bureau Beke)
Jaap Timmer (Vrije Universiteit)